We noemen een man travestiet
als zijn sekse mannelijk is, zijn gender-identiteit (het gevoel/beeld wat hij
is, in dit geval een man) ook mannelijk, maar zijn gedrag, dus zijn genderrol
soms of vaak vrouwelijk is. Van travestie is met name sprake, wanneer dit vrouwelijk
gedrag zich uit in een voorkeur voor het dragen van vrouwelijke kleding.
Bij vele travestieten beperkt het zich veelal niet tot het omkleden in vrouwelijke
kleding, maar proberen ze door hun hele manier van doen op die momenten de vrouwelijke
rol te spelen. Voor vrouwelijke travestieten geldt het omgekeerde. De meeste
travestieten hebben een heteroseksuele voorkeur.
Bron: vrij naar A. Verschoor, 'Een Dubbel Bestaan - travestieten
en hun omgeving' - Swetz & Zeitlinger, 1990.
Transgenderisten zijn mensen
die structureel leven als lid van het tegengestelde geslacht, volledig dan wel
parttime. Sommigen van hen behouden hun oorspronkelijke identiteit op hun werk
of bij formele gelegenheden; anderen vertonen zich in hun nieuwe identiteit
in heel het dagelijks leven. Transgenderisten zijn uniek omdat voor hen het
handhaven van zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken van belang is om een
gevoel van evenwicht te hebben.
Bron: citaat Gianna E. Israel (vertaald door Rosalind Hengeveld)
inTransformatie, nr. 4, augustus 1996.
Van transseksualiteit spreken
we als iemands sekse mannelijk is, maar zijn gender-identiteit vrouwelijk. Of
omgekeerd: als iemands sekse vrouwelijk is, maar haar gender-identiteit mannelijk.
Met andere woorden: je lijf is mannelijk, je voelt je een vrouw of je hebt het
lijf van een vrouw en voelt je man.
Bron: vrij naar A. Verschoor, 'Een Dubbel Bestaan - travestieten
en hun omgeving' - Swetz & Zeitlinger, 1990